“Ik zou die activisten wel één voor één een duwtje willen geven”
Precies zeventien jaar na de moord op Pim Fortuyn komen zowel zijn aanhangers van het eerste uur als zijn politieke opvolgers bijeen. De erfenis van Fortuyn lijkt anno 2019 onmiskenbaar: de politieke consensus is flink naar rechts opgeschoven, en je mag tegenwoordig álles zeggen.
Dit artikel verscheen op 12 mei bij Blendle en Reporters Online
6 mei, 14:30
Een bronzen plaquette ter grootte van drie klinkers, omgeven door auto’s, afvalcontainers en plantenbakken. Meer herinnert er niet aan de moord op Pim Fortuyn, op vier uur na exact zeventien jaar geleden. Op de parkeerplaats van het Audiocentrum, op het Mediapark in Hilversum, hebben zich negen journalisten verzameld.
Langzaam komen acht mensen uit het busje van Nooteboom Tours — ‘allround touringcar-onderneming uit Maassluis’ — dat aan het begin van het terrein is geparkeerd. Eén van hen trekt een portret van Pim Fortuyn uit een vuilniszak en zet het tegen een plantenbak, de zak er nog deels omheen. Rondom de plaquette worden een vlag met de tekst ‘6 mei tegen geweld’, acht roze rozen en een potplantje gepositioneerd. Een vrouw plakt naast de plaquette zorgvuldig twee geplastificeerde A4’tjes met foto’s met tape vast. De vlag wil wegwaaien.
Jennifer Vetter van de Stichting Beeld van Pim — een Pim-shirt aan, twee Pim-buttons op, een geplastificeerde Pim in de hand — steekt een waxinelichtje aan en zet het naast de rozen. “Nou Pim, dat je mag blijven branden in ons hart en dat van onze kinderen”, zegt ze, en ze vraagt aandacht voor Hilbrand Nawijn, bijna zeventien jaar geleden kortstondig LPF-minister. Nawijn doet een poging de boeken en het gedachtegoed van Fortuyn in enkele minuten samen te vatten, en zegt dat zijn ideeën inmiddels door heel veel politici worden gedeeld.
Daarna is het woord aan Wytze van den Berg, die “enkele maanden voor de moord meerdere keren Pims chauffeur is geweest”. Fortuyn heeft hem de ogen geopend voor het “demoniserende linksvolk” en voor hoe de media het nieuws verdraaien, zegt hij. “Het demoniseren van politici met een ander geluid dan links is nog steeds aan de orde van de dag. Daarvoor zouden de media zich kapot moeten schamen.”
De negen journalisten nemen er kennis van. Er volgt nog een betoog over de islamisering van de samenleving, en twee gedichten. Vervolgens leggen Nawijn en Van Den Berg voor de camera’s van Powned en Telegraaf uit waarom Pim Fortuyn zo bijzonder was. Jennifer Vetter wil nog benadrukken dat Fortuyn ook zeer populair was onder kinderen. Zij ziet in de huidige politiek eigenlijk geen opvolger van Pim Fortuyn.
Die opvolger is er niet, vindt ook Hilbrand Nawijn, schuilend onder een afdakje van het Audiocentrum. “Maar ik denk dat Thierry Baudet zijn boeken wel gelezen heeft. Baudet zegt over verschillende onderwerpen hetzelfde als Fortuyn.” Het politieke erfgoed van Fortuyn leeft sowieso voort, zegt Nawijn: “Iedere Nederlander weet nog wat er in 2002 is gebeurd. Er is geen politieke stroming die zoveel aandacht heeft gekregen de laatste zeventien jaar als het fortuynisme. En dat is natuurlijk heel goed.”
Enorme impact
De politieke consensus is de afgelopen twintig jaar flink opgeschoven in de richting van populistisch rechts, bevestigt politicoloog Merijn Oudenampsen. Hij promoveerde vorig jaar op de ideologische bewegingen die ten grondslag liggen aan de Fortuyn-revolte. “Op het gebied van marktwerking had Fortuyn nog wel radicalere voorstellen, zoals het ontslaan van de helft van alle ambtenaren. Maar bovenal op cultureel vlak — als het gaat over cultuur, migratie, vrijheid van meningsuiting — heeft hij een enorme impact gehad.”
Kan het politieke spectrum de komende jaren verder naar rechts opschuiven? Oudenampsen: “Je ziet verschillende ontwikkelingen: aan de ene kant beweegt de VVD zich wat richting het midden. Aan de andere kant hebben veel media de neiging Forum voor Democratie als een gewone partij te beschouwen en hun standpunten te normaliseren. Sommige journalisten zijn duidelijk kritisch en schrijven over bepaalde extreme denkbeelden, zoals uitspraken van Baudet dat Europa ‘dominant blank’ moet blijven. Maar anderen verslaan alleen het politieke spel: wat ook wel ‘horse race-journalistiek’ wordt genoemd. Dat kan ertoe leiden dat vergaande standpunten van Forum voor Democratie steeds normaler worden gevonden.”
6 mei, 19:00
Soms alleen, soms met z’n tweeën of drieën, druppelen afgevaardigden over de loopbrug het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam binnen. Ze komen voor de ‘Renaissancelezing’ van het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. Daarvoor heeft de partij Václav Klaus, voormalig president van Tsjechië, ingevlogen. Vooral jonge mannen zijn goed vertegenwoordigd: de blonde mannen hun haar vaak strak naar achteren gekamd, een flink aantal van de donkerharigen met een baardje dat opvallend veel lijkt op dat van hun fractievoorzitter. Ze dragen getailleerde jasjes, beige chino’s, lichtblauw gestreepte overhemden. Zou er een niet-FvD’er tussen lopen, dan pikte je die er makkelijk uit.
“In Hongarije en Italië gaat het de goede kant op: daar wordt wél geluisterd naar wat mensen denken. Dat krijgen we hier nog niet voor elkaar,” zeggen politicologiestudenten Vincent en Otto, die bij de draaideur staan te roken. Eén van de oorzaken daarvan zijn de media, denken ze. “De media zijn een baantjeskartel dat de zittende macht verdedigt. Maar gelukkig verliezen ze hun macht. Ze hebben hun hand overspeeld en de mensen geloven het op een gegeven moment niet meer. Er komen alternatieve media op, vooral op internet. De media zouden dingen gewoon neutraal moeten brengen.” In Hongarije wordt dat laatste in opdracht van president Orbán door een mediawaakhond bewaakt.
Beneden aan de kade dreigen acht activisten, grotendeels in zwart gehuld, zich te verliezen in een discussie over de beste plek om te protesteren tegen de FvD-bijeenkomst. Uiteindelijk houden vier van hen staand op de kademuur een spandoek op met de tekst ‘Vluchtelingen welkom, fascisten niet’, met eromheen in het water een paar oranje reddingsvesten verspreid. Anderen maken foto’s voor sociale media. “Achteraf was Fortuyn peanuts in vergelijking met wat Thierry Baudet roept,” zegt Deborah, één van de actievoerders. “Forum voor Democratie is veel gevaarlijker: ze hebben veel meer intellect en bestuurlijke kracht in hun partij.”
Het spandoek trekt de aandacht van een oudere man, die hen toeschreeuwt dat ze een nieuwe politieke moord legitimeren. Vijf minuten later komt een grote boot van het Havenbedrijf Amsterdam langszij varen. Een ‘port officer’ in uniform wil weten of het protest iets “te maken heeft met de nautische sector”. De activisten leggen omstandig uit dat dat niet het geval is. De meeste bezoekers van de lezing zijn intussen zonder iets van het protest te zien of te merken door de kaartcontrole en de detectiepoortjes gelopen. Enkelen hangen bij de deuren en kijken vanaf een afstandje toe.
“Ik zou ze wel één voor één een duwtje willen geven,” zegt een flinke blonde jonge vrouw tegen de man die naast haar staat over de activisten op de kade. Als ze de audiorecorder zien, corrigeren ze zichzelf: “Zo’n protest mag in Nederland, hè. Iedereen heeft een stem in Nederland. Persoonlijk zou ik er geen zin in hebben, in de regen.” De man, zijn blonde haar naar achter gekamd, stelt smalend een vraag terug: “Wat vind jíj van zo’n protest? Of moet je een beetje objectief blijven?” Of hij dat spottend bedoelt? Spottend: “Nee, totaal niet.”
“Van zo’n protest zijn we niet onder de indruk. Dat soort dingen maken we altijd mee,” reageren twee net geklede mannen stug. “Je mag vragen wat je wilt hoor, maar ik heb daar niet zo veel mee.” Met de media niet? “Wel met sociale media, daarop zijn we heel actief hè. En wij lezen The Post Online. Iedereen zit in z’n eigen bubbel, en wij ook. Maa De Volkskrant en de NRC en zo, en journalisten die voor dat soort media schrijven, daar hebben we niet zo veel mee.” Ze willen hun naam niet geven en lopen terug naar binnen.
Buitenproportionele aandacht
Meer dan vroeger omzeilen populisten de mainstream-media, analyseert Michael Hameleers, universitair docent politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. “De media wegzetten als deel van de elite die wegkijkt, is een belangrijk deel van de populistische communicatiestrategie.” PVV en FvD volgen deels het voorbeeld van Trump, en negeren mediakanalen die minder positief zijn. Dat is een verschuiving ten opzichte van de LPF, die meer de media-aandacht opzocht. “Populisten gebruiken bovendien meer dan andere politici social media, omdat die hen een direct controleerbaar platform bieden waarbij ook een directe link met het volk gemaakt kan worden.”
“Uiteindelijk zijn linkse media in de praktijk niet heel kritisch op populistische partijen — en is er voldoende ‘rechts’ geluid,” vindt Hameleers. “Media bieden in de praktijk vaak een relatief onkritisch platform voor populistische partijen en hun gedachtegoed. Dat komt omdat hun stijl en retoriek naadloos aansluit op de huidige medialogica, waarin conflict, negativiteit en simplificatie het goed doen. Vooral mensen die de politiek toch al wantrouwen slaan daarop aan.”
Alyt Damstra, promovenda aan dezelfde faculteit, onderzocht de rol van de media in de opkomst en electorale successen van Wilders en Baudet. Damstra: “De media hebben voor beide leiders en hun partijen buitenproportioneel veel aandacht gehad. Veel meer dan bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren in hun beginjaren. Dat heeft ontegenzeggelijk een enorme impact gehad op hun electorale succes, en nog steeds. Meer media-aandacht, zelfs al is die niet louter positief, betekent meer legitimiteit en status voor een partij.”
6 mei, 21:30
“Over het klimaat hoeven we ons weinig zorgen te maken, maar onze vrijheid staat onder enorme druk. De elites willen migratie niet stoppen: ze hebben migratie nodig voor hun destructieve plannen om de samenleving te veranderen,” begint Václav Klaus tegen een volle zaal FvD’ers in het Muziekgebouw. Zowel hij als een bestuurslid van het wetenschappelijk bureau hebben even daarvoor kort stilgestaan bij de moord op hun ‘politieke voorloper’ Pim Fortuyn.
Als Klaus stelt dat de elite “onze kinderen indoctrineert met de onverantwoordelijke ideologieën van ‘genderisme’ en feminisme”, beginnen vooral de net geklede jonge mannen in de zaal te glimlachen en te klappen. Klaus gaat verder: “Deze ideologieën ontkennen de verschillen tussen de geslachten die millennia onbetwist waren. Het is een fundamentele aanval op alles wat normaal is, op de menselijke natuur en het traditionele gezin, op alles wat tot nu toe de basis is geweest voor een functionerende samenleving.”
Het applaus zwelt aan als Klaus betoogt dat “onder het mom van discriminatie een fundamentele aanval op vrije individuen en de vrije samenleving als geheel plaatsvindt”, en hij de MeToo-beweging een “monsterlijke campagne” noemt die een goed voorbeeld is van het klimaat van angst dat de Westerse wereld domineert. Hij besluit: “We moeten het verleden en onze tradities blijven beschermen, en het is walgelijk dat de huidige EU voor het tegenovergestelde staat.”
Er is tijd voor vragen uit de zaal. Die gaan vooral over de overeenkomsten tussen de val van de Sovjet-Unie en de splitsing van Tsjechoslowakije, en de Europese Unie. Zo’n driekwart van de zaal bestaat uit mannen; de vragenstellers zijn dat zonder uitzondering. Uiteindelijk roept de voormalig president van Tsjechië Thierry Baudet op het podium om de avond af te sluiten. “Dit was zeer inspirerend. Ik heb genoten van ieder woord,” zegt Baudet. Hij is net als Václav Klaus toe aan bier.
Eén van de oprichters van Forum voor Democratie en de manager van het Renaissance Instituut, Peter van Duyvenvoorde, noemt het “een bijzondere lezing”. Vooral de laatste zin van Klaus’ verhaal, zegt hij: “De renaissance is nog een lange weg te gaan, laten we die weg wat korter maken. Dat is precies wat wij met elkaar gaan doen!” Onder applaus stroomt de zaal langzaam leeg naar de bar.
Een poging Van Duyvenvoorde te spreken over de avond en de overeenkomsten tussen Fortuyn en Baudet strandt: hij neemt de telefoon niet op en reageert niet op berichten. Jeroen de Vries, perswoordvoerder van Forum voor Democratie en aankomend Eerste-Kamerlid, laat weten eveneens niet te willen praten. “Dank voor je interesse, maar op dit moment geen aanleiding om op je verzoek in te gaan,” appt hij uiteindelijk. De grootste partij in de peilingen heeft de media niet meer nodig.
Vond je dit artikel de moeite waard? Laat je waardering zien door een kleine bijdrage te doneren via Reporters Online. Dat kan hier.